donderdag 18 augustus 2016

Het verhaal van Propio Forsa



Die naam Propio Forsa? Zodra ik mijn eerste rondje aan tafel zit met mijn nieuwe SEO man (Search Engine Optimalisation) komt de vraag op tafel of die naam echt moet blijven. Hij is niet uit te spreken en hij is niet te spellen en hij zorgt voor hele lange extensies. Het gaat onmiddellijk heel erg zeer doen vanbinnen als ik mijzelf laat wennen aan het idee dat ik afscheid moet nemen van deze naam. Maar ja wat moet dat moet.

Propio Forsa betekent eigen kracht. In mijn eigen zoektocht naar wie ik ben en het leven van mijn verlangens was het een uitdaging en een cadeau aan mijzelf om mijn eigen power, mijn eigen kracht, meer te gaan zien en gebruiken.

Het begrip eigen kracht wilde ik sowieso in de naam. Dit omdat ik in mijn praktijk hier volop aan wilde werken en het in contact komen met je eigen power mee wil geven.

Natuurlijk heeft dit begrip iets cliché in de coaching wereld en geheel in stijl met hoe ik de dingen doe, wilde ik het bijzonder houden. Ik vroeg aan al mijn anders- en tweetalige bekenden wat eigen kracht betekent in hun taal.

Zo ook aan onze tuinman Ernus Virginie. Ernus was een bijzondere man. Hij was de oudste van een lange rij kinderen maar kon niet bij zijn moeder opgroeien omdat de verbintenis tussen zijn vader en moeder niet wenselijk was. Hij groeide op bij zijn oom en tante op Curaçao.

In de loop der jaren was hij zoals meerdere van zijn eilandgenoten naar Nederland gekomen om te werken. Wij en vooral hij ons, leerden hem kennen als de beveiliger van onze Albert Heijn in Amsterdam. Zoveel oog hadden wij niet voor de beveiligers maar hij natuurlijk wel voor ons. Na veel omzwervingen kwam hij een aantal jaren later in ons dorp aangewandeld en bood zijn diensten aan als tuinman. Hij had erg veel meegemaakt en had geen geld om de bus te betalen dus kwam hij lopend, ongeveer een uur en soms langer. Wat mij meteen opviel was dat het niet leek alsof hij zwaar gebukt ging onder zijn situatie. Al snel raakten we in gesprek over zijn geschiedenis, waar hij vandaan kwam. Curaçao en hoe graag hij daar terug naar toe wilde. Hij vertelde over zijn grootvader en hoe deze als een van de eerste bevrijde slaven weigerde om zijn oudste dochter, voor haar eerste huwelijksnacht af te staan aan de plantage eigenaar. Hij wilde graag met mij een boek schrijven over zijn geschiedenis.

Hij vroeg om hem wat minder geld per uur te betalen zodat hij de tijd kon nemen om het werk te doen. Dat deed hij dan ook. Ik moest soms in mijn handen knijpen omdat er in mij een tempo zit dat altijd sneller wil.

Mijn redders instinct ging al snel informeren hoe het zat met zijn woning en leefsituatie en ik spoorde hem aan om beter voor zichzelf te zorgen wat hij dan ook deed. Het leek hem echter niet echt te interesseren. Het enige wat hij echt wilde was terug gaan naar Curaçao.

Ik vond het moeilijk dat hij zo niet in het hier en nu leefde. Tegelijkertijd laafde ik mij aan zijn rust en overgave aan het hier en nu. Het was een vreemde paradox.

Hij had kinderen bij verschillende vrouwen. Kinderen waar hij niet voor zorgde en die hij niet zo dikwijls zag. Ik vroeg hem met mijn begeleiders wijsneuzigheid of dat eigenlijk wel ok was voor deze kinderen. Hij antwoorde mij dat de vrouwen bij wie hij deze kinderen had, leefden in goede families. Hij had zijn kinderen op dit moment niks te bieden en hij wist dat er goed voor ze gezorgd werd. Zodra daar verandering in zou komen, zou hij mee naar een oplossing zoeken. Hij zei mij ik ben niet gemaakt om in een huis te blijven. Ik moet weg en zwerven. Met mijn gezwerf maak ik deze vrouwen en mijn kinderen alleen maar ongelukkig.

Het gezwerf raakte mij soms ook. Ik maakte dan een afspraak met hem om in de tuin te komen werken. Ik regelde dat ik thuis was die dag en dat hij aan het werk kon. Het kwam regelmatig voor dat hij dan niet kwam opdagen maar een week later wel kwam aangewandeld. Ik was dan natuurlijk boos.
Tijdens zo een boos gesprek van mij naar hem toe zei hij mij, wees maar boos, ik begrijp het. Ik ben niet zo goed in afspraken nakomen maar je kan wel altijd op mij rekenen. Het was een belangrijke zin.
Verder in het gesprek zei hij en ik heb nagedacht over je naam. Je naam is Propio Forsa. Vervolgens haalde hij een verfrommeld papiertje uit zijn zak waarin hij de naam had opgeschreven in het Papiaments.

Vier jaar later had hij genoeg geld bij elkaar gespaard om terug te keren naar Curaçao. Hij leefde in Nederland inmiddels met de moeder van zijn jongste kinderen in een huis. Op Curaçao zag hij zijn eigen moeder terug en veel familie en vrienden. Daar is hij toen ook stilletjes overleden en begraven.

Een maand later hebben we hem met een aantal buren in ons dorp herdacht, samen met de moeder van zijn jongste kinderen en zijn kinderen. Ik kon aan de lijve voelen hoe we allemaal zo op hem konden rekenen, met name ook zijn kinderen. Hoe hij met zijn stille aanwezigheid en overgave aan het hier en nu een kracht aanboorde die wij op de een of andere manier niet meer zo goed kennen. Hij onderhandelde niet met de goden. Hij nam het leven en zichzelf zoals het was. Ik heb zelden een gelukkiger mens meegemaakt.

Die power, die kracht daar staat de naam Propio Forsa voor en ja daar kan ik geen afscheid van nemen. Dus hij blijft die moeilijke en mooie naam met zijn veel te lange extensies. De naam die ook staat voor het onmogelijke, mogelijk maken met jouw eigen kracht.

De tekening is gemaakt door Johanna Koelman op de dag dat wij Ernus herdachten, een maand na zijn overlijden. Je kan hem vinden in het boekje het Zwet, een boek met 365 tekeningen van het Zwet.

Wil jij ook meer te weten komen waar jouw verborgen kracht ligt en hoe je die meer op de voorgrond kan zetten? Neem dan contact op.







vrijdag 1 maart 2013

Succesvol zijn en succes nemen

 Deze week kwam er een prachtig interview voorbij met de titel Mooi meisje. Het artikel berichtte over het verschijnen van het boek Wonderkind van Financieel Dagblad journaliste Sanne Kloosterboer over haar zwaar gehandicapte dochter Yael. 

Zij beschrijft daarin haar innerlijk gevecht met het mooie, succesvolle plaatje dat zij in haar hoofd had geconstrueerd rondom moeder zijn en een dochter hebben. Yael, een heel mooi meisje om te zien, heeft dat succes plaatje een totaal andere kleur gegeven. Er is niets heel gebleven van de voorstelling waarop Sanne Kloosterboer gehoopt had. Telkens moest zij haar beeld weer bijstellen en kwam er iets anders voor terug. De titel van haar boek Wonderkind vind ik daarom zo mooi gekozen. Na het teloorgaan van het succesvolle plaatje zijn er wonderen in de plaats gekomen. Gewoon de kleine dingen van het leven die in het leven van Yael een wonder zijn dat ze überhaupt gebeuren. Zoals met 7 jaar een relatie leggen tussen cadeautjes en Sinterklaas, het moment dat andere kinderen alweer gaan twijfelen aan het bestaan van de heiligman. Yael heeft haar door haar zijn, meegenomen op een andere reis van het moederschap dan de voorgenomen reis. Dat betekende een heftig en pijnlijk afscheid van het mooie plaatje. Daarvoor in de plaats kwam het genieten van het Wonderkind en de ontmoeting van een totaal nieuwe wereld.

 

Ik ken het ook zo uit mijn eigen leven dat ik plaatjes in mijn hoofd heb over succesvol zijn. Dan kan ik met weemoed terugdenken aan een glamoureus bestaan als nomade in de hedendaagse kunstwereld die af en toe weer neerstreek in haar prachtige appartement aan een Amsterdamse gracht. Ook mijn kind met een plus zoals ik het noem gooide roet in dat plaatje. Hij vroeg van mij als moeder iets anders dan dit bestaan. En zoals Sanne Kloosterboer terecht zegt: ‘een slechte vriendin of een niet zo beste collega dat is al niet zo leuk om te horen maar te horen krijgen dat je een slechte moeder bent is volgens mij het ergste voor een vrouw’. Ik ben als succesvolle vrouw toen gestopt met werken om fulltime voor hem en andere kinderen te gaan zorgen. Ik kan nog zo voelen hoe ik met schaamte op openingen van tentoonstellingen vertelde wat ik deed en hoe mijn maag ineen kromp bij de meewarigheid van de blikken die mij ten deel vielen.

Het gaat heel goed met mijn beide kinderen. Ik heb een nieuwe weg ingeslagen en kan mijn professie beter in overeenstemming brengen met het moeder zijn. Toch gaat het plaatje van succes nog dikwijls in gevecht met hoe het nu is en is het niet vanzelfsprekend om ook het succes van mijn moederschap en mijn huidige professie te nemen. Als ik dan denk over beslissingen terugdraaien dan zou ik als ik opnieuw moest kiezen het precies weer zo doen. Ik wil niet anders.

 Als cliënten bij mij komen dan staan zij vaak middenin dit gevecht. De constructies in hun hoofd werken niet meer en vertonen barsten. Er is grote ontreddering omdat zij middenin het gevecht zijn van vastklampen aan een voorstelling die niet meer in overeenstemming is met hun leven. Om dan de wonderen te zien die er ook zijn en in de ontreddering ruimte te maken om dingen anders en nieuw te zien dat is nemen van succes dat veel dieper en verder gaat dan het succesvolle plaatje.

 

zondag 24 februari 2013

Wortels geven je vleugels

De lach op het gezicht van Waldemar Torenstra als hij bij het graf van zijn voorvader Willem van Oranje staat maar ook in de kerk in Indonesië die zijn voorvader Reinier Scherius oprichtte, is van oor tot oor en gaat niet weg. Het doet er niet toe dat hij evenveel familie is van Willem van Oranje als Koningin Beatrix of dat zijn voorvader door Multatuli wordt beschreven als een goede regent en ook diens werkgever was. Het gaat veeleer over het besef ik ben een blaadje van een hele boom, ik sta in deze lijn met mensen. Zij zijn ook de drager van mijn identiteit. Hij zegt ook letterlijk het is belangrijk voor mijn kinderen om dit te weten en de verhalen aan hen door te geven.



Tijdens het eerste jaar van mijn opleiding tot coach, moest ik een brief aan mijn wortels schrijven. Het is een oefening die ik ook bijna altijd geef aan cliënten. Het is een simpele oefening en toch brengt hij veel teweeg. Toen ik begon was er een totaal gevoel van blanco. Geen idee wie of wat mijn wortels waren en alleen een gevoel van groot verdriet. Toen ik de opdracht kreeg om op zoek te gaan naar wie mijn overgrootvader was die in 1914 was gestorven, verklaarde ik mijn docent voor gek. Dankzij internet en prachtige archieven ben ik net als Waldemar Torenstra in een uitzending van Verborgen verleden http://gemi.st/15271120 , tot de ontdekking gekomen wie mijn overgrootvader was en dat hij een familie had. Familie die hield van Frans, cultuur, muziek, feesten, een goed gesprek, familie met veel slimme koppen. Net als ik, net als mijn grootvader... Alleen we wisten het niet en kenden ze niet tot ik hen vond in mijn zoektocht. Sindsdien kan ik met een veel lichter gemoed de brief aan mijn wortels schrijven en ken ik die grijns van Waldemar, hoe bizar ook. Elk jaar ga ik met mijn kinderen op bedevaart naar de geboortestad van mijn overgrootvader en bezoek het huis waar hij met mijn overgrootmoeder woonde. Het is zo gek maar juist op momenten dat ik het lastig heb kan ik nu veel makkelijker zeggen hè kijk eens wie er achter je staan en waar je vandaan komt, dit lukt je wel.

Ook in het werk met cliënten of tijdens familie opstellingen, telkens komt er die bizarre opluchting, ontspanning of grijns maar ook veel ontroering als je de mensen die ook je wortels zijn achter iemand zet.

zondag 17 februari 2013

Moedige mensen zijn heel bang

Deze week bekeek ik de documentaire: Wie is bang voor Ai Weiwei?  http://gemi.st/15227885 . Een prachtig beeld over het activisme van de beroemde Chinese kunstenaar. Wat mij zo trof was Ai Weiwei's antwoord op de vraag waarom hij zo moedig was of in ieder geval moediger dan de meeste miljoenen landgenoten. Hij antwoordde ik ben niet moediger maar ik ben banger dan de meeste mensen. Ik ken beter het gevaar en door mijn angst kan ik niet anders dan iets doen.
In 2011 werd hij 81 dagen vastgehouden op een geheime locatie en daarna weer vrijgelaten. Sindsdien is hem de mond gesnoerd. Hij mag een jaar lang geen interviews meer geven, twitteren of bloggen. Op het eerste gezicht lijkt hij nu blijkbaar toch zo bang dat hij zijn activisme heeft gestaakt. Hij zwijgt en heeft het alleen nog over de vrije ruimte van de creativiteit. De regering heeft hem een belastingaanslag opgelegd van 2,5 miljoen dollar. Dagelijks komen tienduizenden gewone Chinese mensen naar zijn atelier om geld te brengen. Duizenden vrijwilligers hebben zich gemeld om het geld te tellen. Waar het lijkt alsof hij gecapituleerd is en hij zich nu toch definitief de mond heeft laten snoeren, laat hij door zijn zwijgen een ruimte ontstaan waar de mensen die hij voorheen een stem wilde geven, nu die stem zelf kunnen verheffen. Ook al is dat met het eenvoudige gebaar door geld te brengen. Ik vind het getuigen van Ai Weiwei's moed om nu te zwijgen en de stilte zijn werk te laten doen daar waar iedereen anders van hem gewend is en anders van hem verwacht.


Als mensen naar mij toe komen met een vraag dan vinden zij zichzelf vaak kwetsbaar of zwak. Zij komen er zelf immers niet uit en dat zien zij dikwijls als een teken van zwakte. Ik vind het net als bij Ai Weiwei juist getuigen van moed. Ook als ik zelf merk dat ik ergens niet uitkom, hoe graag ik ook aan de wereld wil laten zien dat ik sterk ben en de boel onder controle heb, dan zal ik pas een nieuwe, niet vertrouwde stap zetten als ik de angst volledig heb toegelaten. Alleen als ik de moed heb gevonden om mijn angst echt toe te laten en de moed heb om dat niet als een teken van zwakte te zien, dan kan er die stilte/ruimte komen. De ruimte waar ik het vertrouwde loslaat en echt bereid ben om niet te doen wat ik altijd al gedaan heb. De moed om te experimenteren met een nieuwe manier van handelen. Dus bange mensen wees blij en net als Rumi al in 1207 zei: verwelkom je angst, de hemel heeft hem gezonden om jou als raadgever te dienen,... hij getuigt van je moed.

donderdag 14 februari 2013

Belemmerende overtuigingen als inspiratie


Sinds enige jaren roept mijn geliefde jij moet gaan bloggen, een mama blog, een coach blog. Spaans benauwd kreeg ik het van de gedachte dat ik mijn gedachten en gevoelsspinsels de wereld in zou gooien en iedereen daarmee lastig vallen.

Elk jaar stuur ik plichtsgetrouw een nieuwsbrief aan alle mensen die mij volgen in mijn werk om een teken van leven te geven, om getuigenis af te leggen dat ik er nog ben, dat ik werk, dat ik mooie dingen doe in coaching trajecten met mensen. Bloedspannend vind ik dat. Elke keer als ik de verzend knop indruk moet ik langs dat niet tot last willen zijn. Toch  krijg ik veel enthousiaste reacties op mijn overpeinzingen.

Afgelopen week ging ik een avondje uit met een geliefde vriendin die schrijft. Jij moet elke week een blog gaan schrijven raadde zij mij met klem aan.   Zij is een schrijfster die ik erg hoog heb zitten en op de een of andere manier lukte het mij om mijn weerzin ten aanzien van het tot last zijn te overwinnen en ook te kijken naar wat ik de wereld te bieden heb met mijn blogs. Daar zit juist ook de crux van veel van mijn coachen. Ik had de positieve stimulans van mijn geliefde en een vriendin nodig om mijn belemmerende overtuigingen achter te laten en de stoute schoenen aan te trekken en te gaan experimenteren, te spelen, te doen.  Zo lang ik dit avontuur niet aan ga en mij verschuil achter het niet tot last willen zijn zal ik er nooit echt achter komen wat de betekenis van mijn blogs voor anderen zal zijn. Als ik als coach de bril van een familieopsteller opzet en naar mijn loyaliteit en binding aan mijn familie systeem kijk dan weet ik het ook weer. In het niet tot last willen zijn, zeg ik diep onbewust: lieve familie door de rouw die niet genomen werd, wil ik jullie verdriet wegnemen en zal ik jullie niet nog meer leed bezorgen ook al gaat dat ten koste van het nemen van mijn eigen succes. Als ik uit deze diepe loyaliteit stap dan kan ik zeggen hè ik ga stoppen met mij verschuilen achter het niet tot last zijn en mijn experimenten ter ere van jullie vieren.

Zo mijn eerste blog is geschreven en jullie zijn er getuige van. Met dank aan mijn aanmoedigers en mijn leermeesters waaronder ook mijn cliënten.